Muziek kan een ingrijpende invloed op ons functioneren hebben: muziek bereikt alle uithoeken van ons brein. Parkinson-patiënten lopen op een ritme, afasie-patiënten zingen in een koor, pijnpatiënten hebben minder pijnstillers nodig als ze naar muziek... Lees verder >>
Muziek kan een ingrijpende invloed op ons functioneren hebben: muziek bereikt alle uithoeken van ons brein. Parkinson-patiënten lopen op een ritme, afasie-patiënten zingen in een koor, pijnpatiënten hebben minder pijnstillers nodig als ze naar muziek luisteren, demente en apathische patiënten komen tot leven, muziek vergroot de plasticiteit van ons brein en verbetert de cognitie, muziek maken kan herstel bevorderen, stemming verbeteren en zingevend werken, kortom: door muziek worden onvermoede mogelijkheden aangeboord.
De voornaamste taak van de kerkorganist is het begeleiden van de gemeentezang en alles wat daarmee samenhangt. Maar dat kan op de meest uiteenlopende manieren worden gedaan, en de opvattingen over het kerkelijk orgelspel lopen dan ook sterk... Lees verder >>
De voornaamste taak van de kerkorganist is het begeleiden van de gemeentezang en alles wat daarmee samenhangt. Maar dat kan op de meest uiteenlopende manieren worden gedaan, en de opvattingen over het kerkelijk orgelspel lopen dan ook sterk uiteen.Organist in de praktijk laat zo'n twintig ervaren kerkmusici uit de protestantse traditie aan het woord over onderwerpen als lengte van het voorspel, manier van begeleiden, omgaan met verschillende versies van liedmelodieën, reageren op de preek, orgelspel voor en na de dienst, verhouding tussen organist en kerkenraad, en de vraag: moet de organist een vergoeding krijgen voor zijn werk? Hun reacties geven een beeld van de veelkleurigheid van het Nederlandse kerkmuzikale landschap.De lezer krijgt geen pasklaar en eenduidig antwoord, maar wordt geprikkeld om zelf na te denken en een eigen mening te vormen.Aan dit boek werkten mee: Wout van Andel, Hayo Boerema, Rien Donkersloot, Kees van Eersel, Peter Eilander, Jan Hage, Harry G. Hamer, Pieter Heykoop, Christiaan Ingelse, Jos van der Kooy, Martin Mans, Gerben Mourik, Peter Sneep, Marco den Toom, Minne Veldman, André van Vliet, Sietze de Vries, Martin Zonnenberg en Jaap Zwart.
De originaliteit en grondigheid van Vestdijk’s muziekstudies maken De verzamelde muziekessays tot een waardevol deel van zijn indrukwekkende oeuvre.
deel 1 :Het eerste en het laatste (1956) is Vestdijks eerste poging om op basis van... Lees verder >>
De originaliteit en grondigheid van Vestdijk’s muziekstudies maken De verzamelde muziekessays tot een waardevol deel van zijn indrukwekkende oeuvre.
deel 1 :Het eerste en het laatste (1956) is Vestdijks eerste poging om op basis van zijn eigen luisterervaringen tot een algemeen systeem te komen, waarin beschreven is hoe iemand naar muziek luistert en hoe een oordeel over muziek tot stand komt. Vestdijk beschrijft zijn bezwaren tegen de gangbare muziekbenaderingen, en daarnaast ontwikkelt hij een eigen methode en geeft hij aan de hand van werken van J.S. Bach twee toepassingsmogelijkheden.
deel 2: Keurtroepen van Euterpe (1957) is geschreven kort na Het eerste en het laatste, en dit werk toont een andere kant van Vestdijk. Ging het de schrijver in het eerdere werk vooral om individuele impressies te objectiveren tot een samenhangend esthetisch concept, in deze bundel presenteert hij zijn visies zo subjectief en gekleurd mogelijk; de esthetiek staat hier niet op de eerste plaats. Niet afgeleid door de smaak van anderen (tenzij in provocerende zin) verdedigt hij met verve opinies over Bach, Mozart, Beethoven, Chopin, Mahler, Reger, Debussy en Strawinsky met een kennis van de muziek en een schrijverschap die deze opstellen voor Vestdijk-geïnteresseerden net zo belangwekkend maken als voor muziekliefhebbers.
deel 3 : Het kastje van Oma toont weer een andere kant van Vestdijks geschriften: het korte opstel. Deze verzameling bevat opstellen over componisten en hun werken, vaak naar aanleiding van pas verschenen grammofoonplaten. Daarbij was het Vestdijk niet in de eerste plaats te doen om een wetenschappelijke uiteenzetting – al schuwde hij de analyse niet – maar om de verwoording van zijn persoonlijke indrukken. Vestdijks smaak week soms sterk af van de destijds gangbare opvattingen.
deel 4: Vestdijk schreef dit vierde deel over Gustav Mahler in 1957, met het oog op het Mahler-jaar van 1960. In een tijd waarin Mahlers muziek nog niet algemeen was geaccepteerd en in de artikelen die over hem verschenen alleen de biografische feiten en wat eenvoudige muzikale karakteriseringen werden genoemd, schreef Vestdijk een hartstochtelijk en tegelijk kritisch pleidooi voor Mahler. Op analytische en emotionele gronden verdedigt hij Mahlers muziek. Ook al stelt Vestdijk in deze monografie technische kwesties aan de orde, het is voor hem hoofdzaak Mahlers muziek emotioneel meer toegankelijk maken.
deel 5 :
De dubbele weegschaal is na Het eerste en het laatste Vestdijks tweede omvangrijke geschrift over muziekesthetiek. Het eerste boek is vooral een theoretisch betoog met een toepassing als toegift, maar in dit boek ligt die verhouding andersom. Het is een verslag van een experiment dat Vestdijk uitvoerde met de componist Herman Mulder. Samen gaven zij hun oordeel over verschillende pianosonates van Haydn en Mozart.
Met de meningen van beide onderzoekers over de stukken van de twee componisten als uitgangspunt zocht Vestdijk het antwoord op twee vragen: wat zijn de globale verschillen tussen de werken van Haydn en Mozart (de eerste weegschaal) en tussen het luistergedrag van Vestdijk en Mulder (de tweede weegschaal). Welke consequenties volgens Vestdijk uit de bereikte resultaten moeten worden getrokken beschrijft hij in het slothoofdstuk.
deel 6 : Muziek in blik is een bundel van 45 opstellen, waarvan de meeste zijn gewijd aan componisten en hun werken. Geen uitgebreide theoretische beschouwingen, maar korte stijlbloemen waarin Vestdijk, bovenal gefascineerd door de vraag 'Wat doet de muziek mij?', alle gelegenheid neemt zijn luisterindrukken zo individueel mogelijk op papier te zetten. Juist omdat hij geen officiële muziekcriticus is werd hij niet geremd door muziekjournalistieke conventies. Deze bundel is een uitstekend boek voor lezers en luisteraars die kennis willen maken met de persoonlijke muzikale smaak van Vestdijk.
deel 7 : Toen Vestdijk in 1959 De symfonieën van Jean Sibelius schreef, was de muziek van deze componist nog vrijwel onbekend in Nederland. Vestdijk noteerde daarom veel zakelijke informatie over Sibelius’ leven en technische elementen van zijn werk, vooral in de eerste twee delen van het boek. In het derde deel worden de zeven symfonieën in volgorde beschreven en analyseert Vestdijk hun kwaliteit. Vestdijk laat daarnaast met notenvoorbeelden de voornaamste thema’s en motieven van Sibelius zien.
deel 8 : Hoe schrijft men over muziek? heeft dezelfde opzet als Het kastje van Oma en Muziek in blik. Het is een bundeling van korte opstellen, die steeds over één componist gaan, waarin Vestdijk, half aforistisch, half beargumenterend, zijn meningen onder woorden heeft gebracht. Vestdijk weet muzikale vaktaal begrijpelijk te maken voor leken en hij slaagt erin muzikale analyses te koppelen aan literaire thema’s.
deel 9 : In De symfonieën van Anton Bruckner en andere essays over muziekworden twee facetten van Vestdijks muzikale activiteiten gecombineerd. Het eerste deel bevat een groot artikel over de symfonieën van Anton Bruckner, vergelijkbaar met eerdere essays over Mahler en Sibelius. Vestdijk bespreekt echter elk type symfoniedeel (Eerste deel, Adagio, Scherzo, Finale), dat hij inleidt met een esthetisch betoog en afsluit met enkele opmerkingen over Bruckners invloed. Het tweede deel bevat korte opstellen, de meeste gewijd aan componisten en hun werken, vaak naar aanleiding van pas verschenen grammofoonplaten. Vestdijk stelt zich minder provocerend op dan in zijn eerste muziekboeken, maar zijn meningen blijven even origineel als doordacht.
deel 10 :
In dit laatste deel, Verspreide muziekessays, zijn ongepubliceerde en verspreid gepubliceerde opstellen van Simon Vestdijk over muziek opgenomen. De meeste beschouwingen zijn de directe weerslag van Vestdijks indrukken van en intensieve omgang met de muziek. Vestdijks muzikale passie komt daarnaast schitterend naar voren in een aantal polemische stukken.
De Verspreide muziekessays bevat onder meer enkele uitvoerige boekbesprekingen, opstellen over de muziek van Vermeulen, Escher en Toscanini, en essays over de hechte band tussen muziek en andere disciplines: over Bach en de muziekpsychologie, en ‘Astrologische beschouwingen over Gustav Mahler’.
Ken je klassiekers is een avontuurlijke reis door de klassieke muziek. Via je favoriete muziekstukken reis je verder naar vergelijkbare composities – van de middeleeuwen tot nu. De luistervoorbeelden op de bijbehorende site maken het nog... Lees verder >>
Ken je klassiekers is een avontuurlijke reis door de klassieke muziek. Via je favoriete muziekstukken reis je verder naar vergelijkbare composities – van de middeleeuwen tot nu. De luistervoorbeelden op de bijbehorende site maken het nog makkelijker – en leuker – om je eigen smaak te ontwikkelen.
Ken je klassiekers is dé gids voor iedereen die niet weet waar hij moet beginnen in het enorme aanbod van klassieke muziek, maar ook voor de gevorderde liefhebber die zich graag laat verrassen. Samensteller Aldo Druyf helpt je op weg bij je eigen ontdekkingstocht door tien eeuwen muziek
“Een aanstekelijke gids, die ter zake kundig en losjes doorverwijst.” - Peter van der Lint, Trouw
“Voor iedereen die (meer) wil luisteren naar klassieke muziek, maar niet weet waar te beginnen of waar verder te gaan.” - Jan Willem de Vriend, dirigent
“Fijn dat Aldo Druyf mij wegwijs wil maken in dat enorme uitgestrekte gebied van de klassieken. Kan ik weer verder, op zoek naar nóg meer mooie muziek.” - Leo Blokhuis, popmuziek-kenner
Topzangers dienen op het juiste moment een topprestatie te leveren. Zij verschillen in deze niet van topsporters. Tussen beide categorieën bestaan vele opvallende overeenkomsten, die in de bijdrage Zingen is topsport nader worden toegelicht. Richard... Lees verder >>
Topzangers dienen op het juiste moment een topprestatie te leveren. Zij verschillen in deze niet van topsporters. Tussen beide categorieën bestaan vele opvallende overeenkomsten, die in de bijdrage Zingen is topsport nader worden toegelicht. Richard Wagner en zijn nazaten waren, en zijn nog steeds, controversiële figuren op welk fenomeen in een viertal artikelen nader wordt ingegaan. Verder komen de vraag aan de orde of Richard Strauss daadwerkelijk een aanhanger was van het naziregime, de veelzijdigheid van Donizetti, de bloeiperiode van de Spieloper en vijf toonaangevende tekstschrijvers. Een zestal kritieken besluit dit boek.
Deze klassieker in de muziekliteratuur van een eminent componist biedt een toegankelijke inleiding in de muziekleer, een voorbereiding op het luisteren naar muziek. Zoals Aaron Copland zelf zegt: 'Met dit boek wil ik proberen zo duidelijk mogelijk te... Lees verder >>
Deze klassieker in de muziekliteratuur van een eminent componist biedt een toegankelijke inleiding in de muziekleer, een voorbereiding op het luisteren naar muziek. Zoals Aaron Copland zelf zegt: 'Met dit boek wil ik proberen zo duidelijk mogelijk te beschrijven wat de grondslagen zijn van begrijpend luisteren naar muziek. Muziek "verklaren" is echter niet eenvoudig ... de meeste schrijvers ... benaderen het probleem vanuit het standpunt van de muziekpedagoog of -criticus. Dit is een boek van een componist.' Behalve uit klank en expressie bestaat muziek ook uit de noten zelf, en uit hun manipulatie. Met dit boek wil Copland de luisteraar bewuster maken van dit aspect van de muziek, hem bewuster leren luisteren naar melodie, ritme, harmonie en klankkleur - en de principes van muzikale vorm bijbrengen om de gedachtegang van de componist te verduidelijken.
In september 1939 gaf Igor Stravinsky op Harvard een cursus van zes lessen over muzikale poëtica: over het maken van muziek. Zijn lessen laten zich lezen als een apologie, als rechtvaardiging en verdediging van zijn persoonlijke ideeën en inzichten in... Lees verder >>
In september 1939 gaf Igor Stravinsky op Harvard een cursus van zes lessen over muzikale poëtica: over het maken van muziek. Zijn lessen laten zich lezen als een apologie, als rechtvaardiging en verdediging van zijn persoonlijke ideeën en inzichten in het creatieve proces in de muziek. Stravinsky behandelt het fenomeen muziek, de compositie, de muzikale typologie (stijlen en vormen), de Russische muziek, de uitvoering en de diepere betekenis van muziek.Stravinsky bespreekt in deze prachtige lessen een keur aan componisten, de dictatuur van dirigenten, de taak van de scheppend kunstenaar en van de luisteraar, muzikale smaak en snobisme, populisme, modernisme en vertolking versus pure uitvoering.‘Muzikale poëtica werpt licht op de onlosmakelijke relatie tussen de twee aspecten van het Stravinskyaanse temperament: zijn muziek en zijn filosofie.’ – Darius Milhaud‘De kwintessens van Stravinsky’s gedachten over muziek.’ – Alfred Brendel
MUZIEKHISTORISCH OVERZICHT VAN BELANGRIJKE COMPONISTEN EN HUN DODENMISSENDe dodenmis (of requiem) is een van de oudste en langst overlevende genres uit de westerse muziekgeschiedenis. Honderden jaren heeft zij enkel bestaan in haar oorspronkelijke... Lees verder >>
MUZIEKHISTORISCH OVERZICHT VAN BELANGRIJKE COMPONISTEN EN HUN DODENMISSENDe dodenmis (of requiem) is een van de oudste en langst overlevende genres uit de westerse muziekgeschiedenis. Honderden jaren heeft zij enkel bestaan in haar oorspronkelijke gregoriaanse gedaante, maar vanaf ca. 1450 hebben heel wat grote componisten zich laten inspireren tot het schrijven van magistrale dodenmissen. Dies Irae laat de lezer op toegankelijke wijze kennismaken met deze meesterwerken zonder dat muzikale voorkennis vereist is.Na een inleiding over de betekenis en structuur van de tekst en muziek van de aloude Latijnse dodenmis, volgt een kroniek in drie delen die de lezer door de geschiedenis van het requiem gidst. In aparte hoofdstukken komen alle grote en bekende requiems aan bod (onder meer van Mozart, Brahms, Verdi, Faure, Britten en Webber), evenals enkele minder populaire maar minstens even aangrijpende werken (zoals de requiems van Ockeghem, Schütz, Weill, Ligeti, Stravinsky en Zimmerman).Elk requiem wordt volgens een vast stramien besproken, zodat de lezer vrijelijk kan grasduinen door verschillende perioden en composities: ieder werk wordt eerst muziekhistorisch gesitueerd, daarna volgt een korte bespreking van elk deel afzonderlijk. Door de besprekingen te koppelen aan een referentieopname per werk, kan de lezer de uitleg meteen ook aan de luisterpraktijk toetsen.Onder de leiding van Pieter Berge, en met medewerking van Jan Christiaens werden alle bijdragen aan Dies Irae. Kroniek van het requiem geschreven door auteurs die als docent, onderzoeker of alumnus verbonden zijn aan de onderzoekseenheid Musicologie van de K.U.Leuven.
In zijn muziekstukken laat Witteman de lezer kennismaken met zijn persoonlijke favorieten en vraagt hij aandacht voor de minder bekende werken van grote componisten. Met een woord vooraf van Adriaan van... Lees verder >>
In zijn muziekstukken laat Witteman de lezer kennismaken met zijn persoonlijke favorieten en vraagt hij aandacht voor de minder bekende werken van grote componisten. Met een woord vooraf van Adriaan van Dis
De eeuwenoude Gregoriaanse muziek staat opnieuw in de belangstelling, zeker ook buiten de kerken. Klanken van stilte combineert een boek over deze zangtraditie met een speciaal voor de gelegenheid ingezongen cd.Klanken van stilte bespreekt de... Lees verder >>
De eeuwenoude Gregoriaanse muziek staat opnieuw in de belangstelling, zeker ook buiten de kerken. Klanken van stilte combineert een boek over deze zangtraditie met een speciaal voor de gelegenheid ingezongen cd.Klanken van stilte bespreekt de geschiedenis en de spiritualiteit van het Gregoriaans, waarbij de oude Latijnse teksten tot leven worden gebracht door een Nederlandse vertaling en een korte toelichting over de plaats in de liturgie. Op bijgevoegde cd worden de gezangen vertolkt door de norbertijnen van Averbode. Zo kan de lezer het Gregoriaans écht beleven.
De schrijver van dit boek gaat ervan uit dat wie horen kan, ook muziek kan verstaan, en wel in die zin dat hij er iets aan kan beleven, dat ze hem iets 'doet'. Om de zgn. leek, die misschien wel beweert niet muzikaal te zijn, zover te brengen geeft Stege... Lees verder >>
De schrijver van dit boek gaat ervan uit dat wie horen kan, ook muziek kan verstaan, en wel in die zin dat hij er iets aan kan beleven, dat ze hem iets 'doet'. Om de zgn. leek, die misschien wel beweert niet muzikaal te zijn, zover te brengen geeft Stege hem niet een verdund aftrekseltje van de muziektheorie als heildrankje te slikken: hij zou er in werkelijkheid niet verder door komen. Hij gaat daarentegen uit van de persoonlijkheid van de hoorder, die de kwaliteit om een muziekwerk tot zich te nemen, in zichzelf draagt. Vandaar dat het boek als hoofdindeling heeft: de natuurlijke voorwaarden, de eigen vaardigheden, het muzikale beleven. Hij knoopt bij de eenvoudigste en meest voor de hand liggende gegevens aan, die in ieder mens zijn te vinden en hij maakt duidelijk hoe de muziek daarop aansluit en hoe de benadering ervan dus gevonden kan worden. Het boek bevat slechts weinige 'noten voorbeelden' en deze zijn zo simpel dat de niet ter zake kundige ze zich heel gemakkelijk even door een ander kan, laten voorzingen en de bedoeling ervan laten duidelijk maken. Toch is het geheel geen oppervlakkig praatje; geleidelijk voert de schrijver zijn lezers tot de wezenlijke zaak van het muzikale kunstwerk. Daarom bevat het boek veel wat ook de meer ervaren luisteraar en de bespeler van enige muziekinstrumenten zal boeien. Wie de uiteenzettingen tot het einde toe heeft gevolgd, zal bemerken dat hij veel muziek met andere oren is gaan beluisteren.
Wat is de toekomst van het klassieke pianorecital? Het antwoord op die vraag luidt heel anders als men de concertzaal van een provinciestadje bezoekt of het Concertgebouw van Amsterdam. Maar zal het in alle gevallen goed blijven gaan met het klassieke... Lees verder >>
Wat is de toekomst van het klassieke pianorecital? Het antwoord op die vraag luidt heel anders als men de concertzaal van een provinciestadje bezoekt of het Concertgebouw van Amsterdam. Maar zal het in alle gevallen goed blijven gaan met het klassieke pianorecital?Deze vraag heeft de schrijver van dit boek, Ben Daeter, geruime tijd beziggehouden. Om een discussie op gang te brengen heeft hij meer dan 25 vooraanstaande pianisten in Nederland en België benaderd met de vraag suggesties te geven hoe het recital aantrekkelijk te houden of te maken. Ook enkele impresariaten zijn daarvoor benaderd. De antwoorden waren even verbluffend als tegengesteld.
NBD|Biblion recensie:
Meer dan 25 pianisten en andere participanten werkten mee aan dit bijzondere boek, dat een aanzet wil geven tot een discussie over het voortbestaan van het klassieke pianorecital. Een deel van hen verleende medewerking aan een drietal concerten, georganiseerd ter gelegenheid van het verschijnen van deze uitgave. De beeld- en geluidsopnamen van deze concerten zijn bij het boek gevoegd. Het boek is niet alleen geschikt voor pianisten en impresario's, het kan ook een impuls zijn voor het muziekonderwijs. In een heldere stijl en in overzichtelijke hoofdstukken beschrijft de auteur de geschiedenis van het klassieke pianorecital, geeft hij achtergrondinformatie over de pianisten en andere participanten en laat hij hen aan het woord aan de hand van stellingen. Tot slot geeft hij een aantal suggesties voor de toekomst van het pianorecital. De zwart-wit en kleurenfoto's van Elvira Daeter bevestigen dat muziek gecombineerd met andere kunstvormen elkaar ondersteunen. De auteur schreef eerder een biografie over Wibi Soerjadi* en Daniel Wayenberg**.
In dit boek wordt op een zo praktische wijze over muziek vertelt, dat men aanvankelijk het echte muziek-jargon in het geheel niet tegenkomt. Worden dan na verloop van tijd sommige der 'geduchte' termen toch ter sprake gebracht, dan geschiedt dit zo... Lees verder >>
In dit boek wordt op een zo praktische wijze over muziek vertelt, dat men aanvankelijk het echte muziek-jargon in het geheel niet tegenkomt. Worden dan na verloop van tijd sommige der 'geduchte' termen toch ter sprake gebracht, dan geschiedt dit zo 'spelenderwijs' dat men niet merkt hoe men van leek geleidelijk insider wordt. Naast deze ongedwongen, luchtige verklaringen van enkele basisbegrippen der muziektheorie, bevat dit boek een uitgebreide schat aan nuttige wenken voor de muziekliefhebber: over het aanleggen van een discotheek, over het aanschaffen van muziekinstrumenten, het concertbezoek, over muzieklessen en nog veel meer.
De Nederlandse Muziekprijs is de hoogste onderscheiding die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een musicus, werkzaam in de klassieke muziek, kan worden uitgereikt. Jonge Nederlandse musici kunnen zich aanmelden voor de studie... Lees verder >>
De Nederlandse Muziekprijs is de hoogste onderscheiding die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een musicus, werkzaam in de klassieke muziek, kan worden uitgereikt. Jonge Nederlandse musici kunnen zich aanmelden voor de studie voor de Muziekprijs. Alleen uitzonderlijk begaafde musici komen daarvoor in aanmerking. Na een tweejarige studieperiode wordt besloten of de kandidaat de prijs wel of niet verdient.
Aan het eind van de studieperiode volgt een tentamen waarna wordt besloten over de toekenning van de Nederlandse Muziekprijs en het tijdstip waarop deze tijdens een openbaar concert, namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, wordt uitgereikt. De prijs zelf is dus eigenlijk meer een kroon op de studie.
In dit boek staan 18 interviews die in de zomer van 2006 met alle laureaten van de Nederlandse Muziekprijs zijn gehouden. De fotografie is verzorgd door Vincent Mentzel.
Op de drie cd's die u in dit boek aantreft, staan muziekfragmenten die de laureaten zelf met voorkeur hebben uitgekozen.
Waarom zouden we ons met muziek moeten bezighouden? Wat kan muziek ons vertellen over de wereld waarin we leven? Hoe ontstaat het ongerijmde, het ongehoorde in de wereld, hoe ontstaat muziek? Is muziek een totaal vrije kunstvorm, of moet ze aan regels... Lees verder >>
Waarom zouden we ons met muziek moeten bezighouden? Wat kan muziek ons vertellen over de wereld waarin we leven? Hoe ontstaat het ongerijmde, het ongehoorde in de wereld, hoe ontstaat muziek? Is muziek een totaal vrije kunstvorm, of moet ze aan regels voldoen? Deze en andere vragen worden door Ingo Metzmacher op een uiterst begrijpelijke manier beantwoord en voorzien van talrijke voorbeelden uit de muziekgeschiedenis.
In het boek is er ook ruimte voor persoonlijke belevenissen: het voorbeeld van zijn muzikale vader, de samenwerking met muzikanten, de gesprekken met componisten, en de kennismaking met hun opvattingen over wat belangrijk is in de muziek: 'tijd', kleur' en 'natuur'. Tevens bevat het boek prachtige portretten van componisten (o.a. Mahler, Strawinsky, Messiaen, Schönberg, Cage en Hartmann). Zo slaagt Metzmacher er spelenderwijs in de lezer bekend te maken met de muziek van de afgelopen eeuw.
Voor Metzmacher is moderne muziek een boeiende ontdekkingsreis. 'Er bestaan geen wandelpaden, je kunt alleen maar wandelen,' zoals een compositie van Luigi Nono luidt. 'Velen denken dat muziek iets van gisteren is,' schrijft Metzmacher, 'alleen voor diegenen bedoeld die denken dat ze er wat van begrijpen. Ik weet wel beter: grote componisten spreken iedereen aan.'
Muziek is iets waar we van kunnen genieten en waar we helemaal in kunnen opgaan. Misschien is het wel de kunst waar we ons van alle kunsten het meest in kunnen verliezen. Dat is een groot raadsel. Hoe komt het dat dit abstracte verschijnsel, bestaande... Lees verder >>
Muziek is iets waar we van kunnen genieten en waar we helemaal in kunnen opgaan. Misschien is het wel de kunst waar we ons van alle kunsten het meest in kunnen verliezen. Dat is een groot raadsel. Hoe komt het dat dit abstracte verschijnsel, bestaande uit pure klank, ons zo kan ontroeren en vervoeren?
In het Nederlandse taalgebied bestaan nauwelijks boeken waarin op een filosofische manier over muziek gesproken wordt. Dit boek voorziet in die leemte. Er zijn beschouwingen in gebundeld over centrale vragen uit de muziekfilosofie, zoals die sinds enkele decennia vooral in Engeland en Amerika is opgekomen. Geen hoogdravende metafysische beschouwingen maar toegankelijk geschreven opstellen over concrete vragen die door het verschijnsel muziek worden opgeroepen. Wanneer gaat klank over in muziek? Hoe luisteren we eigenlijk naar muziek en wat ervaren we dan? Wat is een muziekwerk voor een soort object, waarin verschilt het bijvoorbeeld van een schilderij? Blijft de Mattheüs-Passion nog wel de Mattheüs-Passion als je de oorspronkelijke tekst vervangt door een Nederlandse vertaling? Muziek wordt vaak als een taal beschouwd, maar gaat die vergelijking wel op? Welke 'taal' spreekt de muziek eigenlijk? Kan muziek iets meedelen of een verhaal vertellen? Of is muziek de taal der emoties, en wat bedoelen we daar dan eigenlijk mee? Hoe kan muziek, een verschijnsel dat bij uitstek geldt als tijdelijk en vluchtig, zo sterk een besef van tijdloosheid opwekken? En hoe verhouden muziek en stilte zich?
Het boek is geschikt voor alle liefhebbers van (klassieke) muziek die geïnteresseerd zijn in filosofische vragen die worden ingegeven door het raadselachtige verschijnsel muziek. Het hoeft geen betoog dat dit boek ook voor musici en muziekstudenten interessante lectuur vormt.
*Citaat uit: 'De Rode Leeuw', tijdschrift van het Zwols Conservatorium ArtEZ
In deze bundel zijn tien artikelen verzameld van filosofen en musici. Zij belichten elk vanuit hun eigen optiek een aspect van het probleemveld. Dat levert een breed beeld op van de huidige stand van zaken in de muziekfilosofie. Gemeenschappelijk kenmerk van de bijdragen: een combinatie van gedrevenheid en leesbaarheid die het boek uitermate geschikt maakt niet alleen voor muziekstudenten en kunstfilosofen, maar ook voor een breed geïnteresseerd publiek.
Dr. D,G, van der Steen t.b.v. de Nederlandse Bibliotheekdienst
Met veel plezier las ik de artikelen van de veelzijdige oud-hoogleraar Wouter van Haaften (Muziek is de taal van het hart) en zijn oud-promovendus Constantijn Koopman (Muzikale ervaring tussen overgave en distantie). De overeenkomst aan het slot van beider artikelen is te opvallend om toevallig te zijn. Ik noem nog enkele andere auteurs. Wim Fiévez gaat in op de vraag waarin een muziekwerk als object verschilt van een schilderij, Marcel Cobussen doet een verdienstelijke poging in postmoderne taal en vormgeving de betekenisvolle stilte in de muziek van Luige Nono te vangen. Willem Wander van Nieuwkerk vraagt zich af of er verschil is tussen muzikaal en niet-muzikaal geluid. Albert van der Schoot geeft een exposé over de vraag of muziek klinkt zoals emoties voelen. Erik Heijermans bespreekt breedvoerig de hertaling van Bachs Matthäus-Passion door Jan Rot. Kiene Brillenburg Wurth schrijft prachtig over het sublieme en hoe muziek ons boven onszelf kan doen uitstijgen. Sander van Maas gaat bij de metafysica te rade in zijn artikel over muziek, tijd en oneindigheid. Wat mij betreft mag dit boekwerkje een aanrader heten voor de decembermaand. Een tip voor Goede Sint of Kerstman.
Uit: Kunstzone, november 2005
Dit prettig leesbare boek is geschikt voor alle liefhebbers van muziek die geïnteresseerd zijn in filosofische vragen. Het illustreert een breed beeld op de huidige stand van zaken in de muziekfilosofie en de klassieke muziek. De eigentijdse muziekvormen als jazz en popmuziek worden niet besproken, alsmede de gezongen muziek, waar tekst een dimensie toevoegt. Het artikel over de hertaling van Jan Rot vormt daar een uitzondering op.
Er worden evenwel goede aanknopingspunten gegeven die de legitimering van muziekeducatie ondersteunen. Hiermee bedoel ik met name de intrinsieke doelstellingen en de behandeling van muziek in het onderwijs als doel op zich. Muziek krijgt vanuit de filosofie een belangrijke en betekenisvolle waarde toegekend.
Omdat het lezen van dit boekje vooral concentratie en persoonlijke reflecties vraagt, is het nodig voor het lezen hiervan echt de tijd te nemen. Dan geeft het de lezer veel inspiratie en denkvoer als welkome afwisseling in het altijd zo drukke (muziek)docentenbestaan.
Ria Frowijn in 'De Pyramide, muziekwijzer voor primair onderwijs', maart 2006
Centraal in 'Welke taal spreekt de muziek?' staat de klassieke muziek, zoals we die in het westen kennen. Waarom is voor deze muziek gekozen en niet bijvoorbeeld wereldmuziek of jazz? Van der Schoot: "Dit is de muziek van onze traditie. Daarover zijn we in de geschiedenis gaan nadenken en daarover zijn alle filosofische discussies gevoerd. De westerse klassieke muziek heeft een enorm rijke differentiatie in uitdrukkingsmiddelen en muziektechnische mogelijkheden. In veel andere muziek zit dit minder. Of liever gezegd, in andere muziek zijn we minder bekend met die differentiatie. Ik kan niet naar een Indiase raga gaan luisteren met hetzelfde raffinement waarmee ik Mozart beluister."
- Uit Babel, UvA, Fac. Geesteswetenschappen, februari 2006
Muziek is een van de weinige gebieden in de kunst waarop Rudolof Steiner niet als scheppend kunstenaar actief is geweest. Des te opvallender is het hoe vaak hij over muzikale verschijnselen heeft gesproken. Ook uit zijn autobiografie blijkt een levendige... Lees verder >>
Muziek is een van de weinige gebieden in de kunst waarop Rudolof Steiner niet als scheppend kunstenaar actief is geweest. Des te opvallender is het hoe vaak hij over muzikale verschijnselen heeft gesproken. Ook uit zijn autobiografie blijkt een levendige belangstelling voor bepaalde componisten en voor muziek in het algemeen. Als Steiner over muziek sprak deed hij dat uiteraard als onderzoeker op geestelijk gebied. Hij sprak over de geestelijke realiteit van de muziek en over de wijze waarop muziekliefhebbers een bron van verheldering en inspiratie te zijn en biedt perspectieven voor nieuwe impulsen in de ontwikkeling van de muziek.
Koormuziekwinkel
Koormuziekwinkel .De website voor de koorzanger en liefhebber van koormuziek. Bladmuziek-Boeken-Cd's-Dvd's Nu ook Koorreizen