THE BEGGAR’S OPERA John Gay Opera in drie aktes, Engels gezongen Opgenomen in 1983
Roger Daltrey, Stratford John, Patricia Routledge, Carol Hall, Bob Hoskins The English Baroque Soloist Dirigent: Sir John Eliot Gardiner Libretto: John Gay Muziekselectie: Johann Christoph Pepusch, gearrangeerd door Jeremy Barlow en Sir John Eliot Gardiner Ontwerp: David Myerscough-Jones Kostuums: Alun Hughes
John Gay (1685-1732), een geniale dichter en toneelschrijver met een talent voor satire, kreeg het idee voor The Beggar’s Opera van zijn vriend, de satiricus Jonathan Swift. Het werk werd geënsceneerd door John Rich (die de pantomime in Engeland had geïntroduceerd) en het werd een gigantisch succes. Het bleek dat dit soort opera’s, die zich afspelen in het criminele circuit van Londen en doorspekt zijn met scherpe spot over corruptie van de hogere klassen, beter aan de Engelse smaak beantwoordden dan de heroïsche opera’s van Handel. Deze Beggar’s Opera werd speciaal voor televisie gemaakt en weerspiegelt de kwaliteit en scherpte van de etsen van Hogarth die Gay’s originele versie beïnvloedden. De personages in deze komische weergave van het Londense straatleven tierden welig met stelen, wellust en bedrog: Peachum, de heler van gestolen goederen, die zijn klanten belazerd; Macheath, de struikrover, is getrouwd met Polly Peachum, maar is beloofd aan Lucy Lockit, Lucy probeert haar rivale Polly te vergiftigen; Pechum en Lockit hebben beide baat bij Macheath’s verscheiden en dus wordt hij naar de galg gebracht vanwege zijn uitspattingen. Lust, hebzucht en corruptie voren de boventoon in dit uitbundige stuk populair theater. De muziek voor deze productie is gebaseerd op 18e eeuwse volksmuziek van het origineel (geselecteerd door Johann Christoph Pepusch) door barokspecialisten Jeremy Barlow en John Eliot Gardiner, die de English Baroque Soloists dirigeert. Zij spelen op authentieke instrumenten. Roger Daltrey, zanger van The Who en ster uit de films Tommy, McVicar en Lisztomania, voert een voorname bezetting aan als de doortrapte held Macheath.